Blog: “Openheid rond incidenten nu ook wettelijk geregeld”

Al langere tijd wordt ervoor gepleit dat artsen en andere zorgverlener de patiënt open en eerlijk moeten informeren over incidenten (waaronder begrepen medische fouten).

Een dergelijke norm dook voor het eerst op in de Klachtenrichtlijn Gezondheidszorg uit 2004. Dat openheid geboden is, werd nadien zowel in een KNMG-richtlijn uit 2007 (Omgaan met incidenten, fouten en klachten: wat mag van een arts worden verwacht?) als in de GOMA uit 2010 bevestigd. De totstandkoming van de GOMA vormde een belangrijke stap, omdat deze gedragscode niet alleen door organisaties van zorgverleners en patiënten werd onderschreven, maar ook door de belangrijkste aansprakelijkheidsverzekeraars. Tot dat moment kon nog wel eens de opvatting worden gehoord dat een zorgverlener van zijn verzekeraar niet over fouten zou mogen praten. De GOMA maakte duidelijk dat de zorgverlener dat wel degelijk mag. Ook aansprakelijkheidsverzekeraars maken zich sterk voor openheid.

De in de afgelopen jaren ontwikkelde normen met betrekking tot openheid over incidenten zijn in de praktijk nog niet overal geland. Dat blijkt onder meer uit uitspraken van tuchtcolleges over zorgverleners die ten onrechte geen openheid hadden betracht. De meest recente uitspraak is die van het Regionaal Tuchtcollege Eindhoven van 19 oktober 2015. Deze zaak ging over een arts die bij een operatie aan de hand van een patiënt in plaats van lidocaïne chloorhexidine in de hand spoot. Dit leidde tot een heftige pijnreactie bij de patiënt. Deze klachten hielden nog lange tijd aan. De arts informeerde de patiënt pas maanden later over de vloeistofverwisseling. De huisarts en de latere behandelaars van de patiënt informeerde zij helemaal niet. Enkele passages uit de uitspraak van het tuchtcollege: “Verweerster had patiënt echter direct na het constateren van de fout (…) dienen te informeren. (…) Dat verweerster (…) niet heeft ingezien dat het van wezenlijk belang was om patiënt en zijn behandelaren in te lichten, rekent het college verweerster zwaar aan”. De tuchtrechter gaf de arts een berisping.

Op 1 januari 2016 treedt de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) in werking. In navolging van de hiervoor genoemde richtlijnen en de tuchtrechtspraak regelt deze wet onder meer het recht van de patiënt op informatie over incidenten met merkbare gevolgen. Artikel 10 lid 3 Wkkgz zegt daarover: “De zorgaanbieder doet aan een cliёnt (…) onverwijld mededeling van de aard en toedracht van incidenten bij de zorgverlening aan de cliёnt die voor de cliёnt merkbare gevolgen hebben of kunnen hebben en maakt van de aard en toedracht van incidenten aantekening in het dossier van de cliënt”. Hoewel het dus niet gaat om een norm die echt nieuw is, zal het feit dat de plicht tot openheid over incidenten nu expliciet in de wet staat ongetwijfeld leiden tot een nog grotere aandacht voor deze problematiek. Artikel 10 lid 3 Wkkgz benadrukt nog eens hoe belangrijk het is dat zorgverleners en zorginstellingen een beleid ontwikkelen met betrekking tot openheid rond incidenten en dat zijn nadenken over praktische manieren om openheid te realiseren. Dat is ook de doelstelling van OPEN: samen met de verschillende partijen in de zorg zoeken naar manieren om de norm die nu ook in de wet staat in de praktijk zo goed mogelijk te implementeren.

Johan Legemaate